Voor veel mensen is hun fiets niet meer weg te denken uit hun dagelijks leven. Fietsen is gezond en goed voor het milieu, want je bent in beweging en stoot geen uitlaatgassen uit. Voor verschillende doeleinden zijn er verschillende soorten fietsen, zodat er altijd wel een fiets van je gading is. Van racefietsen voor de optimale snelheid, toerfietsen voor op vakantie, mountainbikes voor op ruw terrein en de gewone stadsfiets voor de dagelijkse boodschappen. Veel mensen hebben dan ook twee, of zelfs meer fietsen. Om je fiets in optimale conditie te houden, moet je regelmatig onderhoud plegen en, als het nodig is, kleine reparaties uitvoeren. Zo gaat je fiets langer mee en fiets je lekkerder omdat je fiets licht en geluidloos rijdt.
Eenvoudige onderhoud
Als je regelmatig de ketting controleert op de juiste spanning, voorkom je een losse ketting die er makkelijk afloopt. Moet je de ketting er onderweg opleggen, dan levert je dat een paar vieze handen op. Meestal gebeurt dat op een moment dat je slecht uitkomt, bijvoorbeeld onderweg naar een sollicitatiegesprek of als je moet haasten om de laatste trein te halen.
Een fietsketting heeft de juiste spanning als hij zowel onder als boven 1 centimeter speling heeft. Om de ketting strakker te spannen draai je de moeren om de kettingspanners naar achteren, waardoor de achteras naar achteren getrokken wordt. Ook het reinigen en smeren van de ketting hoort ook bij het onderhoud en zorgt ervoor dat de ketting lekker soepel loopt, waardoor je lichter fietst. Het beste kun je de ketting los halen en hem met een borsteltje, bijvoorbeeld een oude tandenborstel, schoonmaken in een bak oplosmiddel. Laat de ketting daarna goed uitlekken, zet hem weer terug en smeer hem. Vroeger werd hiervoor olie gebruikt, maar tegenwoordig is er speciale, niet vette siliconen-spray. Olie werkt ook nog steeds goed, maar gebruik deze twee smeermiddelen nooit door elkaar!
Omdat goed functionerende remmen van levensbelang kunnen zijn in het drukke stads verkeer, moet je je remmen regelmatig inspecteren. Controleer of de remblokjes niet versleten zijn en vervang ze bijtijds als dit wel zo is. De remhoeven, waar de remblokjes in zitten, moet je goed schoonhouden en tot slot moeten de remmen goed afgesteld worden om irritant gepiep te voorkomen.
De in het donker wettelijk verplichte fietsverlichting is een tamelijk kwetsbaar systeem. Als je fietsverlichting het niet doet, kan dat verschillende oorzaken hebben. Bijvoorbeeld een gebroken draadje van de dynamo naar de lamp. Controleer dit eerst en ga na of de uiteinden nog schoon, dus niet verroest zijn. Als het draadje nog heel is, is het mogelijk dat het fietslampje los zit of kapot is gegaan. Dit kun je controleren door er nieuw lampje in te doen, waarvan je heel zeker weet dat het functioneert. Ook de dynamo kan problemen geven. Als deze niet goed op het wiel is aangesloten maakt hij geen contact en levert hij dus ook geen stroom. Dit kun je soms door ombuigen oplossen, lukt dat niet dan kun je een extra ring om de dynamo-ring plaatsen.
Om dit soort klusjes niet zelf te hoeven doen en toch reparaties te voorkomen, kun je je fiets ook af en toe voor een onderhoudsbeurt naar de fietsenmaker brengen. Het beste om dit geregeld te doen, bijvoorbeeld jaarlijks. Omdat je fiets in het najaar en de winter nogal wat te verduren krijgt, is het eind van de zomer een gunstig tijdstip hiervoor.
Een lekke band plakken
Hoewel de duurdere, sterkere binnenbanden je minder lekke banden opleveren dan die van vroeger, kan het toch nog steeds gebeuren. En als je met de fiets op vakantie gaat, is het een onmisbare kunst: het plakken van je lekke fietsband. Zet hiervoor je fiets op zijn kop en controleer de buitenband. Mogelijk zie je het gat met de boosdoener, zoals een stukje glas, een punaise of een spijker. Als je iets dergelijks aan de buitenkant vindt, is de kans heel groot dat het lek op dezelfde plaats in de binnenband zit.
Markeer het getroffen gebied met een stift. Dan draai je het ventiel los en haalt het uit de velg. Trek dan de buitenband met behulp van een bandenlichter over de velg. Bevestig de bandenlichter aan een van de spaken en zet de tweede bandenlichter onder de band, op een afstand van zo'n 15 centimeter. Maak de hele band los en trek de binnenband los van de velg. Als je de buitenband hebt gemarkeerd, zoek dan deze plek op of inspecteer de rest van de band. Als je op het oog geen lek ziet moet je de band weer oppompen. Hou je oor dicht tegen de band en luister of je ergens lucht hoort ontsnappen uit de band. Sommige mensen voelen met een natte hand of er lucht tegenaan blaast. Op een van deze manieren moet je de lek kunnen vinden, maar als je het niet vindt komt er een teiltje water aan te pas. Hierin kun je steeds een stuk band onder water duwen, net zolang tot je de plek hebt waar de luchtbelletjes verschijnen.
Heb je de lek gevonden, geef hem dan aan met stift of wit krijt. Vervolgens moet je de plek goed droog en schoon maken en een beetje opschuren. De solutie breng je aan op een iets groter lijmoppervlak dan de plakker die je erop gaat plakken. Kies een passende plakker, afhankelijk van hoe groot de lek is. Als je de plakker zelf moet knippen, knip dan een ronde of ovale vorm uit zonder hoekje. Binnen een paar minuten is de solutie droog en kun je de plakker op de lek plakken en vooral even goed aandrukken. Controleer de binnenzijde van de buitenband nog even op glas of andere scherpe dingen. Dan kun je de band oppompen om te zien of de operatie geslaagd is. Vervolgens laat je hem weer voor een deel leeglopen en stop je het ventiel terug in het ventielgaatje. Leg de binnenband om de velg, waarbij je er goed op moet letten dat hij goed vlak ligt. Pomp de binnenband iets verder op en duw ook de buitenband weer om de velg. Het beste is om dit met de hand, dus zonder bandenlichter, te doen. Uiteindelijk kun je de band oppompen. Een fietsband vervangen kan noodzakelijk zijn als het lek te groot is of als de band al heel vaak geplakt is. Een voorband is niet zo'n probleem, maar een achterwiel is meer gedoe vanwege de kettingkast.