zaterdag 8 augustus 2009

De toerfiets


Sinds de uitvinding van de fiets zijn er ook verschillende gespecialiseerde fietsen ontstaan, die met name geschikt zijn voor een bepaald doel. Er zijn fietsen geoptimaliseerd voor het gebruik op crossvelden, zoals de cyclocrossfiets, en fietsen speciaal voor op ruw terrein, zoals de mountainbike. Een van de eerste specialisaties van de algemene fiets was de racefiets, die geschikt is om zo snel mogelijk te fietsen op een vlakke baan of weg. Vanuit de racefiets is vervolgens de toerfiets ontstaan, speciaal ontworpen om een dagje te toeren of om op de fiets op vakantie te gaan.

Het grootste verschil tussen een toerfiets, ook wel trekkingfiets of randonneur genoemd, en andere fietsen is dat er meer bagage op kan. Vergeleken met een gewone stadsfiets heeft de toerfiets vaak extra versnellingen en een of meerdere bidonhouders. Vergeleken met zijn voorouder de racefiets, heeft de toerfiets een steviger frame en bagagerekken. Hierna volgt een overzicht van de verschillende onderdelen van de toerfiets.

Het frame

Het frame van een toerfiets moet steviger zijn dan dat van een gewone stadsfiets. Het moet stijf genoeg zijn om met veel bagage ook veilig een heuvel of een berg af te kunnen dalen. Veel frames van moderne toerfietsen zijn gemaakt van aluminium, koolstof of chroom-molybdeenstaal. Daardoor zijn de nieuwste modellen veel lichter dan de oudere, stalen toerfietsen. Tegelijkertijd zijn deze moderne frames sterk genoeg om een volgepakte fiets te dragen. De lichtere modellen zijn weliswaar duurder dan stalen toerfietsen, maar bieden veel comfort en minder gewicht. Dit is prettig aangezien je ook al je bagage mee moet zeulen. En dit geldt natuurlijk te meer in bergachtig terrein, waar je elke extra kilo de berg op moet fietsen. Een toerfiets met een ouderwets stalen frame heeft daarentegen wel een langere levensduur en is beter te bewerken door de plaatselijke lasser ingeval van pech onderweg.

Aan het frame vind je bevestigingspunten voor van alles en nog wat, zoals de bagagedragers, spatschermen, bidons en een fietspomp. Bij een geavanceerde toerfiets is de voorvork verend, zodat de wielen, het frame en de fietser beschermd zijn tegen de schokken die worden veroorzaakt door een slecht of onregelmatig wegdek.

Het zadel en het stuur

Omdat je op een toerfiets meestal langere ritten maakt en misschien zelfs wel enkele weken iedere dag een paar uur op de fiets zit, is het zadel een groot aandachtspunt. Een toerfiets heeft vaak een hard en smal zadel, gemaakt van leer. Uiteindelijk geeft zo'n zadel op een lange fietstocht minder ellende aan je zitvlak dan een breed zadels met zachte vulling, zoals stadsfietsen hebben. Als je het echt te hard vind, biedt een gel zadeldekje misschien uitkomst. Als je het helemaal comfortabel wilt hebben, kun je kiezen voor een toerfiets waarvan het zadel voorzien is van vering.

Het stuur van een toerfiets kun je vaak op meerdere plekken vastpakken. Zodoende kun je tijdens lange fietstochten zo nu en dan van houding wisselen. Om dezelfde reden worden toerfietsen ook wel uitgerust met een triatlonstuur, bar ends of een vlinderstuur.

De wielen

Vanwege het meevoeren van bagage en de eisen aan de betrouwbaarheid hebben toerfietsen meestal stevige naven en velgen. De velgen hebben, net als racefietsen, meestal de standaardmaat van 28 inch doorsnede maar zij zijn wel veel breder en er zitten dikkere buitenbanden omheen. De binnenbanden van een toerfiets hebben meestal een zogenaamd Frans ventiel. Om een gewone fietspomp te gebruiken heb je daarom een verloopstukje nodig.

De bagagedragers

Toerfietsen hebben meestal zowel voor als achter bagagedragers, waarbij vaak speciale fietstassen horen die er gemakkelijk aan vast geklikt worden. Voor zaken als je portemonnee, je fototoestel en routekaarten is er vaak een extra stuurtas. Als je ook nog je tent en andere kampeerspullen mee wilt nemen op je fietsvakantie, dan zul je niet ontkomen aan een aanhanger of fietskar. Zelfs al koop je een lichte uitvoering, speciaal voor toerfietsen, dan nog ben je minder wendbaarheid en heb je een langere remweg. Aan de andere kant is je fiets minder zwaar beladen terwijl je tegelijkertijd toch veel meer gewicht mee kunt nemen.

Versnellingen en remmen

Veel toerfietsen hebben een derailleur als versnellings-mechaniek. Dit geeft je een groot bereik om comfortabel te trappen in bergachtig terrein met ook nog eens veel bagage. Een andere mogelijkheid is een naafversnellingen met zeven of meer versnellingen. Deze zijn minder kwetsbaar en daardoor gemakkelijker te onderhouden. De remmen van toerfietsen zijn zijn vaak cantilever-remmen of v-brakes. Modernere toerfietsen hebben soms schijfremmen, die meer remkracht hebben en ook goed functioneren bij nat weer. Het lastige van de nieuwste snufjes voor toerfietsen is echter dat het niet overal gemakkelijk is om onderdelen te krijgen als je pech onderweg hebt.

Geen opmerkingen: