donderdag 27 augustus 2009

Je fiets en de wet


De fiets als vervoermiddel is voor veel mensen niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. Fietsen is gezond, zowel voor jezelf als voor het milieu, omdat je de fiets aandrijft met je eigen spierkracht. Er zijn verschillende soorten fietsen voor verschillende doeleinden, racefietsen voor de optimale snelheid, toerfietsen voor fietsvakanties, stadsfietsen voor de dagelijkse boodschappen en mountainbikes voor ritjes over wat ruwer terrein. Veel mensen hebben dan ook twee, of zelfs meer fietsen. Behalve dat je op fiets de verkeersregels in acht moet nemen en je trouwe karretje goed moet onderhouden om de veiligheid te garanderen, worden er wettelijk ook allerlei eisen gesteld aan je fiets.

Nederlandse wetgeving met betrekking tot je fiets

In Nederland moet je fiets aan de volgende eisen voldoen. Allereerst de verlichting, die moet bestaan uit een koplamp, die wit of geel licht uitstraalt, en een rood achterlicht. Meer verlichting dan dit is niet toegestaan, je mag dus geen feestverlichting op je fiets monteren om nog meer op te vallen in het donker. Deze verlichtings-eisen gelden overigens alleen in het donker en bij slecht zicht. Overdag en met goed zicht kun je dus prima verplaatsen op een oude fiets met kapotte verlichting of zelfs zonder verlichting. Sinds 1 november 2008 is losse fietsverlichting ook toegestaan, je maakt de witte en rode fietslampjes vast aan je fiets of aan je kleding, waarbij ook hier weer: wit voor de voorkant en rood voor de achterkant. Sindsdien wordt ook knipperlicht oogluikend toegelaten, maar de kleuren moeten wel kloppen met de voor- en de achterkant.

Wat betreft reflectoren hoef je niet in te houden, meer reflectie is toegestaan maar minimaal vereist zijn gele reflectoren op de voor- en achterkanten van de pedalen, een rode achterreflector en gele of witte zijreflectoren op de beide wielen. In de nabije toekomst zal ook een witte voorreflector verplicht gesteld worden om de eisen gelijk te stellen aan die van andere Europese landen.

Behalve deze wettelijke eisen die je zichtbaarheid in het donker en bij slecht zicht garanderen, zijn er nog enkele eisen aan de rest van de fiets. Zo moet de rem goed werken, het stuur en de handvatten goed vast zitten en moeten de pedalen voorzien zijn van een stroef oppervlak, zodat je voeten er niet af kunnen glijden. Tot slot moet je bel hoorbaar zijn tot op 25 meter en mag je fiets niet breder zijn dan 75 centimeter. Dit geldt overigens alleen voor een normale tweewielige fiets, driewielers en aanhangwagen mogen 150 centimeter breed zijn.

Belgische wetgeving met betrekking tot je fiets

In België is het iets ingewikkelder, omdat de wetgeving afhankelijk van de soort fiets. Er zijn drie categorieën : fietsen met kleine wielen, racefietsen en mountainbikes en gewone fietsen.

Fietsen waarvan de wieldiameter, de banden niet inbegrepen, maximaal 50 centimeter bedraagt, moeten minstens uitgerust zijn met het volgende. Als het donker is, of als het zicht minder dan 200 meter bedraagt, zijn fietslampen en reflectoren verplicht. Voorop een witte en achterop een rode lampen en reflectoren, als er tenminste een spatbord is. Je remmen, een op het voorwiel en een op het achterwiel, moeten goed functioneren en je bel moet hoorbaar zijn op 20 meter afstand.

Voor racefietsen en mountainbikes gelden andere eisen. Racefietsen worden gespecificeerd als fietsen met een racestuur en geen bagagedrager achterop, die een banddikte hebben van maximaal 2,5 centimeter. Mountainbikes, of terreinfietsen, zijn fietsen met minimaal twee versnellingen, te bedienen vanaf het stuur, en geen bagagedrager achterop. De banden van deze fietsen hebben een minimale doorsnede van 38 millimeter bij een wieldiameter van 65 centimeter, of 32 millimeter bij een wieldiameter van 70 centimeter. Zij moeten minimaal uitgerust zijn met twee goed functionerende remmen, een op het voorwiel en een op het achterwiel, een bel die hoorbaar is op 20 meter en vooraan een witte en achteraan een rode lampjes en reflectoren, als er tenminste een spatbord is. Verlichting en andere reflectoren zijn slechts verplicht in het donker en bij een zicht minder dan 200 meter.

Fiets en die niet behoren tot de bovengenoemde soorten, worden aangemerkt als gewone fietsen en moeten minstens uitgerust zijn met het volgende. Twee goed functionerende lichten, waarvan de koplamp wit of geel licht uitstraalt en het achterlicht rood licht. Beide lampen moeten continu oplichten of knipperen en moeten 's nachts bij helder weer minstens vanaf 100 meter zichtbaar zijn.

Deze verlichting is slechts verplicht als het donker is of als het zicht minder is dan 200 meter.

Verder moet de gewone fiets meer reflectoren hebben als de racefiets of de mountainbike. Voorop moet je een witte en achterop een rode reflector hebben. Er moeten witte of gele reflectoren zitten aan weerszijden van de pedalen en ook de wielen moeten voorzien zijn van reflectoren. Elk wiel moet minstens twee gele of oranje dubbelzijdige reflectoren hebben, bevestigd aan de spaken of aan de banden. Die aan de spaken moeten permanent bevestigd zijn en ook nog eens symmetrisch zijn aangebracht. Op de banden gaat het meestal om witte reflecterende strepen aan de zijkanten. Tot slot moeten je remmen, een op het voorwiel en een op het achterwiel, goed functioneren en je bel moet hoorbaar zijn op 20 meter afstand.

zaterdag 15 augustus 2009

De mountainbike


Sinds het uitvinden van de fiets zijn er verschillende gespecialiseerde fietsen ontstaan die bij uitstek geschikt zijn voor een bepaald doel. Zo zijn er toerfietsen, die speciaal zijn ontworpen om op de fiets op vakantie te gaan of om zomaar een dagje te gaan fietsen. De ideale fiets voor onverharde wegen of paden is de mountainbike, die ook wel MTB of ATB, All Terrain Bicycle wordt genoemd.

De sport mountainbiken

Net als de racefiets is de mountainbike ontwikkeld vanuit een behoefte aan een aangepaste fiets. Het mountainbiken als sport is in Californië begonnen aan het eind van de jaren zestig van de twintigste eeuw. De eerste mountainbikers gebruikten frames van de Amerikaanse fietsenfabriek Schwinn en pasten hun fietsen verder aan met luchtbanden voor op het strand, versnellingen en een cross-stuur. Hiermee daalden ze vooral af van de mountain fireroads, de brandgangen in de bergen. Pas rond 1980 startte de productie van speciale mountainbikes van lichtgewicht-materialen. In de mountainbike sport zijn er verschillende disciplines, die zijn eigen model mountainbike gebruikt. Cross country mountainbikes zijn geschikt voor korte wedstrijden met weinig hoogteverschil, waarbij de snelheid belangrijker is dan het comfort. Enduro/All mountain modellen zijn juist bedoeld voor marathons, dus langere wedstrijden. Deze mountainbikes zijn stukken comfortabeler dan de Cross country fietsen, waardoor ze zelfs geschikt zijn om te toeren. Met Freeride mountainbikes kun je eigenlijk overal fietsen, maar liever niet omhoog. Ze zijn zowel geschikt voor lange afstanden als voor gevaarlijke en moeilijke hellingen. Daarnaast zijn ze berekend op extreme dingen, zoals Road gaps en metershoge drops. De Mountainbike downhill tenslotte is een speciaal soort fiets voor de gevaarlijkste, steile afdalingen.

Aan het eind van de jaren tachtig waaide het mountainbiken over vanuit de Verenigde Staten naar Europa en werd de sport in korte tijd razend populair, ook in Nederland en België. Beide landen hebben een paar wereldkampioenen geleverd, maar ook als hobby-sport werd het mountainbiken populair. Nog steeds groeit deze recreatie-sport, zowel in Nederland als België. Nederland kent rond de honderd officiële mountainbikeroutes waarop je, net zoals op een wandelroute, door de omgeving wordt geleid. Zij variëren van gemakkelijk, zoals bijvoorbeeld de route Soest en Zeist tot erg zwaar, zoals de route Schoorl en Bergherbos. De meeste routes zijn singletrack, dit houdt in een spoor van zo'n 30 - 40 centimeter en zijn voorzien van het internationale mountainbike symbool, dat tevens de rij-richting aangeeft. Voor het rijden op ruw terrein moet je wel een paar technieken onder de knie hebben. Sommige basistechnieken zijn gemakkelijk te leren, zoals het verplaatsing van je lichaam bij het klimmen en dalen. Andere technieken, zoals de stoppie, de fronthop, de bunnyhop en de wheelie, vergen wat meer oefening.

De onderdelen van de mountainbike


Meestal hebben mountainbikes 26 inch wielen, hoewel ook 24 inch wielen voorkomen en sinds een paar jaar verschijnen er ook mountainbikes met 28 inch wielen. De buitenbanden zijn veel dikker dan die van stadsfietsen en racefietsen en daarnaast bestaan er nog verschillende profielen voor het uiteenlopende gebruik. Zo heb je gladde straatbanden, maar ook straatbanden met een licht profiel. Voor gebruik op ruw terrein heb je banden met lage of hoge noppen en zelfs speciale sneeuwbanden.

Het frame van een mountainbike kan, net als dat van een racefiets, gemaakt zijn van aluminium, staal of koolstof. Momenteel wordt aluminium het meest gebruikt omdat het licht is, goedkoper dan staal en titanium en gemakkelijk te bewerken. Daarnaast is het corrosie-bestendig. Een stalen frame is vaak wat zwaarder, maar minder stijf dan aluminium. Titanium frames zijn juist weer stijver dan staal, maar wel even comfortabel. Ook met koolstof kunnen erg lichte en stijve frames gemaakt worden, maar deze frames zijn voor een mountainbike wel erg kwetsbaar en daarnaast zijn ze duurder.

Hoewel vering en demping ook negatieve effecten hebben, zoals rendementsverlies tijdens het fietsen en meer onderhoud, is het gebruik van vering wel bevorderlijk voor het comfort van de fietser. Daarnaast komt het ten goede aan de fiets, met in het bijzonder minder lekke banden en een beter bodemcontact van de banden. Er zijn verschillende categorieën, die gebruikt worden al naar gelang het soort mountainbiken. Een Rigid bike heeft helemaal geen vering, een Hardtail heeft wel voorvering in de vork, maar geen achtervering. Een Softtail heeft voorvering en een achtervering die werkt door buiging van de liggende achtervorken of heeft gewone vering voor en achter. Dual of Full suspension heeft voorvering in de vork en een achtervering van scharnierende liggende achtervorken rondom kogellagers.

Er zijn eveneens verschillende remsystemen, zoals hydraulische remmen en kabelremmen. De laatste tijd winnen schijfremmen aan populariteit ten koste van velgremmen. Behalve het systeem is het belangrijk dat de remmen goed zijn afgesteld om een goede remcapaciteit te garanderen. Ook versnellingen worden op een mountainbike doorgaans heel intensief gebruikt, vanwege het ruwe en onregelmatige karakter van het terrein. Ook hier zijn verschillende systemen mogelijk, zoals een derailleur of een naafversnelling.

zaterdag 8 augustus 2009

De toerfiets


Sinds de uitvinding van de fiets zijn er ook verschillende gespecialiseerde fietsen ontstaan, die met name geschikt zijn voor een bepaald doel. Er zijn fietsen geoptimaliseerd voor het gebruik op crossvelden, zoals de cyclocrossfiets, en fietsen speciaal voor op ruw terrein, zoals de mountainbike. Een van de eerste specialisaties van de algemene fiets was de racefiets, die geschikt is om zo snel mogelijk te fietsen op een vlakke baan of weg. Vanuit de racefiets is vervolgens de toerfiets ontstaan, speciaal ontworpen om een dagje te toeren of om op de fiets op vakantie te gaan.

Het grootste verschil tussen een toerfiets, ook wel trekkingfiets of randonneur genoemd, en andere fietsen is dat er meer bagage op kan. Vergeleken met een gewone stadsfiets heeft de toerfiets vaak extra versnellingen en een of meerdere bidonhouders. Vergeleken met zijn voorouder de racefiets, heeft de toerfiets een steviger frame en bagagerekken. Hierna volgt een overzicht van de verschillende onderdelen van de toerfiets.

Het frame

Het frame van een toerfiets moet steviger zijn dan dat van een gewone stadsfiets. Het moet stijf genoeg zijn om met veel bagage ook veilig een heuvel of een berg af te kunnen dalen. Veel frames van moderne toerfietsen zijn gemaakt van aluminium, koolstof of chroom-molybdeenstaal. Daardoor zijn de nieuwste modellen veel lichter dan de oudere, stalen toerfietsen. Tegelijkertijd zijn deze moderne frames sterk genoeg om een volgepakte fiets te dragen. De lichtere modellen zijn weliswaar duurder dan stalen toerfietsen, maar bieden veel comfort en minder gewicht. Dit is prettig aangezien je ook al je bagage mee moet zeulen. En dit geldt natuurlijk te meer in bergachtig terrein, waar je elke extra kilo de berg op moet fietsen. Een toerfiets met een ouderwets stalen frame heeft daarentegen wel een langere levensduur en is beter te bewerken door de plaatselijke lasser ingeval van pech onderweg.

Aan het frame vind je bevestigingspunten voor van alles en nog wat, zoals de bagagedragers, spatschermen, bidons en een fietspomp. Bij een geavanceerde toerfiets is de voorvork verend, zodat de wielen, het frame en de fietser beschermd zijn tegen de schokken die worden veroorzaakt door een slecht of onregelmatig wegdek.

Het zadel en het stuur

Omdat je op een toerfiets meestal langere ritten maakt en misschien zelfs wel enkele weken iedere dag een paar uur op de fiets zit, is het zadel een groot aandachtspunt. Een toerfiets heeft vaak een hard en smal zadel, gemaakt van leer. Uiteindelijk geeft zo'n zadel op een lange fietstocht minder ellende aan je zitvlak dan een breed zadels met zachte vulling, zoals stadsfietsen hebben. Als je het echt te hard vind, biedt een gel zadeldekje misschien uitkomst. Als je het helemaal comfortabel wilt hebben, kun je kiezen voor een toerfiets waarvan het zadel voorzien is van vering.

Het stuur van een toerfiets kun je vaak op meerdere plekken vastpakken. Zodoende kun je tijdens lange fietstochten zo nu en dan van houding wisselen. Om dezelfde reden worden toerfietsen ook wel uitgerust met een triatlonstuur, bar ends of een vlinderstuur.

De wielen

Vanwege het meevoeren van bagage en de eisen aan de betrouwbaarheid hebben toerfietsen meestal stevige naven en velgen. De velgen hebben, net als racefietsen, meestal de standaardmaat van 28 inch doorsnede maar zij zijn wel veel breder en er zitten dikkere buitenbanden omheen. De binnenbanden van een toerfiets hebben meestal een zogenaamd Frans ventiel. Om een gewone fietspomp te gebruiken heb je daarom een verloopstukje nodig.

De bagagedragers

Toerfietsen hebben meestal zowel voor als achter bagagedragers, waarbij vaak speciale fietstassen horen die er gemakkelijk aan vast geklikt worden. Voor zaken als je portemonnee, je fototoestel en routekaarten is er vaak een extra stuurtas. Als je ook nog je tent en andere kampeerspullen mee wilt nemen op je fietsvakantie, dan zul je niet ontkomen aan een aanhanger of fietskar. Zelfs al koop je een lichte uitvoering, speciaal voor toerfietsen, dan nog ben je minder wendbaarheid en heb je een langere remweg. Aan de andere kant is je fiets minder zwaar beladen terwijl je tegelijkertijd toch veel meer gewicht mee kunt nemen.

Versnellingen en remmen

Veel toerfietsen hebben een derailleur als versnellings-mechaniek. Dit geeft je een groot bereik om comfortabel te trappen in bergachtig terrein met ook nog eens veel bagage. Een andere mogelijkheid is een naafversnellingen met zeven of meer versnellingen. Deze zijn minder kwetsbaar en daardoor gemakkelijker te onderhouden. De remmen van toerfietsen zijn zijn vaak cantilever-remmen of v-brakes. Modernere toerfietsen hebben soms schijfremmen, die meer remkracht hebben en ook goed functioneren bij nat weer. Het lastige van de nieuwste snufjes voor toerfietsen is echter dat het niet overal gemakkelijk is om onderdelen te krijgen als je pech onderweg hebt.